Van (Saint Augustine) Toliara naar Salary

9 november 2019 - Morombe, Madagaskar

Onze trip zal 4 uur duren, maar grotendeels off road zijn. We besluiten het dorp Saint Augustine te laten voor wat het is. De lagune en de mangroves kunnen we vanaf de weg zien. 
Up to Toliara om te tanken en geld te halen. We hebben wat vermaak om een vrachtauto vol geladen met mensen en er bovenop zijn zoveel spullen gestapeld, waaronder fietsen, een daw ( vissersboot) etc. Iemand staat er bovenop, om er het een en ander af te halen, want er is kennelijk iemand uitgestapt.

Van Toliara is het nog ongeveer 100 km rijden. Na 30 kilometer zal het off road gaan. We zijn benieuwd wat ons staat te wachten.

Uitgerekend nu laat Maps.me ons in de steek. Ik kijk op de kaart en volgens mij moeten we in  het dorpje waar we nu zijn links afslaan. We vragen een vrachtautochauffeur, die dit beaamt. Hij moet hier ook af. En dan begint het. De wegomstandigheden hebben een metamorfose ondergaan. Rul zand, rotsen, gaten, bulten. We worden helemaal door elkaar geschut en Maps.me is helemaal op hol geslagen. Daar hebben we helemaal niks aan.

Aanvankelijk is het een weg en kan er niets mis gaan, maar ook dat verandert. We vragen geregeld even of we goed zitten, hoewel communiceren een mega probleem is. Men spreekt geen Frans of Engels en wij hun taal niet. 

Het landschap is mooi en we gaan op schema. We permitteren ons een lunch bij een lodge die we tegenkomen. Tijd genoeg, nog anderhalf uur en dan zijn we er. We twijfelen nog even of we daar zullen blijven overnachten, maar stel dat het laatste stuk tegenvalt... Het komt er morgen, wanneer we een zware tocht door rul zand hebben, wel bij.

We belanden in Salary nord. We komen vanuit het zuiden, hebben we dan sud gemist?

Nee, geeft een man aan. De village is even verderop en daar zou het hotel waar we naartoe willen zijn. Als we verder rijden komen we uit bij Salary bay. Mooi, veel lodges, maar niet de onze. Zier er allemaal nogal duur uit ook. Een man geeft aan dat we een stukje verder moeten. 
Maar dan gaat de weg er al snel bizar uitzien. Erg rul zand en nauwelijks spoor. Voordat we ons af kunnen vragen of dit wel goed is, zitten we vast. Muurvast. En nu? Vooruit, achteruit, eindeloos proberen, totdat we vooruit kunnen. Ik wil dit niet. Ik wil terug, dit voelt niet goed. Dan ontstaat onze eerste discussie van deze vakantie.  Clemens denkt dat het allemaal wel goed komt. Totdat het zo smal wordt dat we eigenlijk niet meer kunnen rijden.  Na beraad besluiten we terug te gaan, maar precies op dezelfde plek komen we weer vast te zitten. We kunnen wel achteruit, niet vooruit. Ik wil hulp halen bij de man die we het laatst gesproken hebben.  Clemens niet. Hij rijdt een stuk achteruit, wat de stemming bij mij niet beter maakt.

Ik voel me overgeleverd. We rijden hetzelfde stuk voor de derde keer. We zien een bord Maritiem ecolodge 1,5 km. En dat aan deze onbegaanbare weg. Maar je weet maar nooit. Dit ons beseffende rijden we verder en staan plotseling voor een muur van opgestapelde veldkeien. 20 meter verder is een spoor zo diep dat onze auto er voor de helft in zou verdwijnen. Clemens zoekt alternatieven, omwegen en komt tot de slotsom dat we de muur moeten afbreken en door de geul verder moeten rijden. Niet wetende waar dat dan eindigt. En dit om 17.00 uur. Over een uur is het donker. We horen de zee. Als er dan een lodge in de buurt is, moeten we die lopend over het strand kunnen bereiken. We klauteren over het duin en lopen langs het strand. In de verte staat inderdaad een gebouw. Dichterbij gekomen, blijkt dit iets in aanbouw te zijn. Geen hotel. De bouwvakkers zijn er nog, spreken niet onze taal. We proberen duidelijk te maken dat we een hotel zoeken. Ze begrijpen het niet, maar na enige tijd denken wij te begrijpen dat dit er over 3 km zal zijn. Clemens ziet op tegen 3 km strandlopen. Ik zie op tegen een nacht in de auto en dan is morgen de situatie ongewijzigd. 
We lopen verder. 3 Km moet te doen zijn. We lopen en lopen. Blik op oneindig, verstand op nul en vooral de discussie niet meer aangaan, denk ik. Lopen tot er iets komt. Inmiddels is de zon onder, maar doordat er geen vals licht is en er geen bewolking is, is het niet donker. Goed te doen. We beland bij een vissersdorpje. De mannen bereiden zich voor op,een nacht vissen. We vragen of er een hotel in de buurt is. Ze begrijpen er niks van en we zijn een bezienswaardigheid. Doorlopen. We lopen langs het strand, even door de duinen en vervolgens weer langs het strand. Deels door het water, omdat er rotsen zijn die tot in het water komen. Ik krijg dorst, Clemens denkt dat ie een watertoren ziet, wat me onwaarschijnlijk lijkt. De benen lopen als vanzelf en alle tijdsbesef is weg. Ik ben blij dat ik achterom heb gekeken waar we door het duin gekomen zijn. Stel......dat er een lodge komt. En er is een auto. Dan kunnen we de auto terugvinden. Het idee, dat die daar weliswaar afgesloten, maar onbeheerd staat, is geen fijn idee. Na heel veel tijd, geen idee hoe lang, doemt er een muur op die vanaf het strand omhoog tegen het duin loopt. Het zal toch niet zo zijn. Stel dat dit een lodge is. En dat is zo. Ik denk dat ik een lampje zie, maar het kan ook een ster zijn. Het is er stil en verlaten en vooral donker. Bij het opklimmen van de trap is de  er vermoeidheid voelbaar. Er is een lichtje. Een zebu springt over een muurtje en ik denk dat ik ze zie vliegen. Echter Clemens heeft em ook gezien. Er is een luxe toiletgebouwtje met wasbakje,  zeep en nota bene een handdoek. Er zijn nu nog meer lichtjes zichtbaar. We zijn gelukkig. 

Er brandt licht in een safaritent. Ik steek mijn hoofd tussen de flappen door en een man die in bed ligt kijkt me aan alsof hij een spook ziet. Wellicht zie ik er inmiddels ook wel zo uit. Bezweet, vies en vooral erg stinkend. We proberen uit te leggen wat er loos is, maar zoals gewoonlijk begrijpt hij er niks van. Toch stapt hij van het bed af en gaat ons voor naar een huisje. Daar wonen mensen. Er kunnen kennelijk veel mensen in een klein huisje. Er komen er steeds meer uit. Een man zit buiten met en drankfles steeds voor de mond. Een andere kan goed Frans en Engels. Volgens mij ben ik nog nooit zo gelukkig geweest. We leggen nog als uit wat er aan de hand is. Dan gaat ie in overleg met de andere mannen. Hij heeft namelijk de oplossing. Er is een quat, die kan hij gebruiken om naar de auto te gaan, want die mag daar niet langer staan. Morgen zal die gevonden zijn en ontmanteld. Hij denkt dat we panne hebben en leggen het nogmaals uit. Dan zegt hij dat we eerst kunnen eten en dan ga ik naar een safaritent en Clemens mee met de quat. Goed plan. Eerst water graag. Er ontstaat voortdurend weer een nieuwe discussie tussen de mannen. Eentje, die steeds een slok drank nam,  gaf schoorvoetend een sleutel aan de man die ons wilde helpen. 
We gingen mee naar het restaurant, wat gesloten was en konden eten uitzoeken. Trek had ik niet, maar niet eten is in een dergelijke situatie geen optie. 
Dan komt de man terug en zegt dat degene die de sleutel van de quat heeft in het door is gaan slapen. Dit begrijp ik ff niet goed. Er moet dus gelopen worden. En Clemens moet mee. Die verschiet van kleur en geeft aan dat hij dat niet gaat doen. Ik voelde me bezwaard, maar dacht ook dat ze eigenlijk al lopende waarschijnlijk niet gesteld zouden zijn op ons gezelschap. Ik weet zeker dat ze heel snel lopen of rennen en dat kan Clemens niet.

De man is te vertrouwen. Hij werkt voor de lodge en heeft contact met zijn baas.

We worden naar een safaritent gebracht, kunnen douchen en gelukkig liggen er badjassen. We moeten douchen met restjes handzeep, maar dit is allemaal al zo fijn.

Nog steeds geen idee hoe laat het is en hoe ver we gelopen hebben. Als ze toiletpapier komen brengen weten we dat het 21.00 uur is. Clemens valt meteen na het douchen in slaap. Ik tuur over zee en vraag me af hoe lang de mannen nu weg zijn. Hoe langer het duurt, hoe beter denk ik. Dan betekent dat, dat ze het hebben gered. Na lange tijd springt Clemens op. Wat nu! Hij hoort de Nissan. Hiep hoi.  Het blijkt nu 22.50 te zijn. Het was een beetje moeilijk zeiden ze. Ze hebben 11 km gelopen om bij de auto te komen, dat hadden wij dan dus ook gelopen. De muur afgebroken en weer opgebouwd en door de diepe geul naar de lodge gereden. Klasse. We betalen ze een flink bedrag. Even later vellen we in een diepe slaap tot de volgende ochtend.

Foto’s

2 Reacties

  1. Bert en Riek:
    10 november 2019
    Nou nou! Jullie wilden spanning en sensatie. Die heb je dunkt me wel gehad!
  2. Henny:
    10 november 2019
    Zeker en dat zal nog niet stoppen. Maar wel achteraf wet leuk en het levert altijd weer positieve dingen op.