Van Manja naar Belo sur Mer.

13 november 2019 - Belo sur Mer, Madagaskar

We hebben een bijzondere nacht achter de rug. Bloody hot, een hele groep vechtende honden en Clemens heeft een van onze buurmannen de hele nacht om de haverklap horen schreeuwen. 
Het ontbijt is karig, maar prima. We vragen om onze thermoskan gekookt water en dan kunnen we gaan. Ik loop even mee de “ keuken” in. Die is niet overdekt, in het zand. En voldoet aan alle beelden die we van menig dorpje inmiddels op ons netvlies hebben. Kippen met kuikens, zwerfhonden etc. Er loopt van alles rond. Er wordt op houtskool gekookt. Hier is dus onze maaltijd ook bereid en daar was helemaal niks mis mee.


We hebben een toch van ruim 100 km voor de boeg. 5 uur rijden. 
Maar als we daar zijn hebben we een paar dagen strandvakantie. Heerlijk.

De weg is erg slecht. We passeren riviertjes, veel hobbels en gaten, zoutmeren en drijfzand. De laatste  moet je zien te vermijden, want dat gaat onherroepelijk fout. Het landschap is wisselend en mooi. We komen weer eens bij een slagboom uit. We moeten 5000 ariary betalen. We vragen ons af waarom, maar gezien het feit dat communicatie niet mogelijk is, heeft deze vraag geen zin. Als we willen betalen is het plotseling 10.000. We besluiten maar te betalen, anders krijgen we wellicht het hele dorp over ons heen en daar hebben we geen trek in hier in de bush. Alles verloopt voorspoedig.

Thuis had ik hotel Entremer uitgekozen. Indien vol een andere. We kijken toch eerst nog even in de Bradt.  Hoe dichter we bij Belo komen, hoe ruller het zand wordt. Het is voortdurend gassen geblazen anders komen we vast te zitten. Belo is een mooi vissersdorp, waar dows gemaakt worden en er is een mooie baai vlakbij. 
We zien een bord waarop de naam van ons uitgekozen hotel geschreven staat.  Ff terug is geen optie. En Maps wijst ons wat verderop rechtsaf. Maar daar rechtsaf slaan kan niet. We komen op het dorpsplein uit. We moeten omdraaien. Terug naar het bord. We vragen nog even een vrouw die wijst welke kant we uit moeten. Voor wat het waard is. We slaan af, daar waar we denken langs te kunnen en vooral doorgassen. Arme koppelingsplaten. Dit is niet leuk, met de “ haven” in zicht met dorst en best wel trek in een beetje eten.

Maar dan krijgen we de lodge in zicht. Alleen hoe komen we er. We kunnen nog over een randje van het drijfzand rijden, maar dat wordt dan wel erg smal. Ik wil niet verder. Dit komt niet goed, zeg ik.  Clemens heeft er best wel vertrouwen in, stopt nog even op het laatste kleine stukje zand en terwijl ik nog zeg: “ niet doen” , rijdt hij zo het drijfzand in. Twee meter en ..........vast. We zitten meteen bijna tot de bodem van de auto in de prut en zakken snel dieper weg. Gassen heeft geen zin meer. Uitstappen uit de voor mij best wel hoge auto, is nu ineens heel makkelijk. Gelukkig lopen er twee mannen niet ver van ons vandaan. Ze komen naar ons toe en verzamelen onderweg takken etc. Ze kennen het klappen van de zweep. We bellen naar de lodge en inmiddels lijkt het alsof er een soort tam tam is geweest. Mannen en jongens komen van alle kanten aan gelopen met de armen vol takken, planken etc. 
Ze leggen van alles achter de wielen, maar dat is lang niet voldoende. Ik zie een 4x4 aan komen rijden. 2 mannen achter op de bak. Hiep hoi, die zijn van de lodge. De man maakt onze auto vast aan de zijne met een sjorband en dan gassen. Niks!!!

Er wordt een krik onder de auto gezet om hem los te krijgen uit het zand. De carrosserie komt wel omhoog, maar de wielen zitten vastgezogen. Er moeten meer planken komen, die van de lodge worden gehaald en onze grote krik wordt van de auto gehaald. Wiel voor wiel moet de auto opgekrikt worden, om zodoende onder ieder wiel een plank te krijgen en verder wegzakken te voorkomen. Een hele klus. Ik mag wel in de auto van de man gaan zitten. Daar heb ik geen geduld voor en help druk mee takken te zoeken. Ik heb er alle vertrouwen in dat het goed komt.

Na veel tijd, geen idee hoelang, staan alle 4 de wielen op een plank, en dan trekken en gassen. Los!! Applaus. De man van de 4x4 zegt ons achter hem aan te rijden en niet mura mura, maar zeer snel. Over het randje van de drijfzand en door het rulle zand. Dan met een noodgang door de poort van de lodge. We hebben het gered. 
Een alleraardigste Française vangt ons op. Ze is de eigenaar van de lodge. We kunnen er nu wel om lachen. Niet luisteren en onverantwoorde dingen doen.....  “ Tja” zegt ze. “ Dat zijn mannen”. Eens. 
 

We worden naar ons huisje gebracht en we zijn echt in een paradijsje terecht gekomen. Maar waarom staat nergens dat deze lodge op een soort eilandje is, wat je alleen maar kunt bereiken als je de weg weet en met brullende automotor. 
 

Om 19.30 krijgen we een heerlijk diner geserveerd. We praten nog wat met de vrouw en ze vertelt ons dat er het weekend slecht weer op komst is. 

Foto’s

5 Reacties

  1. Hans en Dinie:
    13 november 2019
    Volgende keer gaan we met jullie mee.Zo beleef je nog een keer wat .
    Nee nee zegt Dinie .Wij houden toch van iets meer georganiseerd .Veel,plezier verder , wij lezen wel weer
  2. Henny:
    14 november 2019
    We wisten van te voren dat er “ hobbels” zouden zijn. Hoe die er precies uit zouden zien was niet duidelijk, omdat iedereen het anders beleeft en de meeste mensen een chauffeur hebben.
  3. Diana:
    13 november 2019
    Pfffff, nog erger dan buffelen voor gemeente Nijkerk, dat was in 3 uur klaar in de stromende regen en 7 graden, slecht weer betekent dat nog meer modderpoelen? Het leest als een spannend boek, maar dan op een rustvakantie 😂😂, veel plezier, het is in ieder geval wat jullie wilde voor een super vakantie!!!!
  4. Henny:
    14 november 2019
    Ik noem het in mijn hoofd soms expeditie Volman. Haha. Het is in ieder geval niet gezapig.
  5. Marrie:
    15 november 2019
    Tjee wat weer een avontuur.