Bekopaka

19 november 2019 - Morondava, Madagaskar

Een bloedhete vochtige nacht. We zijn erg vroeg wakker. 5.15. Dat is balen, want dan duurt de dag op een plek waar het zo warm is en waar verder niets is dan alleen een zwembad, een lange dag. Clemens tikt met op de rug. Het is nog steeds droog. Zullen we toch gaan? We gaan toch zien info te krijgen bij de hotelmanager en dan besluiten. Maar dan moeten we nu opstaan. Want je moet vroeg naar het park, anders is te heet. Het is nu bewolkt.

De manager belt naar het park. Het is open en de regen komt later op de dag, dus we kunnen gaan!!
De Belgen waar we in konvooi steedse achter reden, gaan ook. Ze vertrekken om 7.30. Opschieten dus.

Clemens spreekt met de man af dat we samen een gids nemen en dus samen op gaan lopen. Zij hebben een kindje bij zich, hij heeft een kunstknieën, dus het moet lukken samen, gezien onze conditie.

We hebben nog wel even 17 km zeer slechte weg voor de boeg voor we bij het park zijn. Na de regen zal dit er nog slechter bij staan. Dit weerhoudt ons allen niet. 
Zo slecht hebben we nog nooit gehad. We dachten dat we het slechtst mogelijke hadden gehad. Niet dus. Er is bijna geen doorkomen aan. We zeggen niks, maar ik weet zeker dat we beide denken: als we dit geweten hadden. Tsingy zien oké, maar dit zijn wel erg barre omstandigheden. Maar we redden het. Clemens doet het fantastisch. Alsof het zijn dagelijks werk is en hij doet niet onder voor andere chauffeurs. Ook de Belg complimenteert hem.

We komen aan, krijgen ons tuig aan en gaan lopen. Met 7 mensen en een super gids. Eerst door het woud en al gauw zien we blonde sivaki.  Eentje heeft een jong op de rug.

Ook al snel wordt het rotsig en denk ik bij mezelf dat dit allemaal goed te doen is. De tocht is 3,1 km en we gaan er 5 uur over doen. Dan zal het nog wel veranderen. Mura, mura. Langzaam en voorzichtig. Bos wordt rotsen en we moeten ons zekeren. Jeetje, dit is gewoon bergbeklimmen voor gevorderden. Geen wonder dat ze aangeven dat de moeilijkheidsgraad deficile is. Stijl omhoog, vasthouden aan rotspunten en schietgebedjes dat ik gezien mijn motorische onhandigheid hier zonder kleerscheuren doorheen kom. Een lange broek was in ieder geval een beter idee geweest. Gelukkig heb ik de bril inde auto gelaten, want  daar zou ik veel last van gehad hebben. We drijven van het zweet, maar het is geweldig. Tsingy is super. Na veel tijd bereiken we een soort platform en kunnen we over de pinnacles uitkijken. Wat mooi. 
We gaan verder en op enig moment komen we bij de hangbrug die we al op meerdere foto’s hebben gezien. Die is inderdaad niet zo groot als die op plaatjes lijkt, maar daarom niet minder mooi. Boven een mega afgrond. 
En dan...... het begint te miezeren. Het onweerde al een tijdje. Dit is niet goed, want dat zijn de rotsen zeer glad en is het dus gevaarlijk. Van de andere kant is de regen zeer verfrissend. Lekker.

We zijn sterk met z’n allen en de gids is geweldig. Hij loodst ons door de moeilijkste doorgangen, afgronden en doorkruipjes, waar Clemens en de ene Belgische man maar net door kunnen. Het zoontje van ongeveer 5 doet het fantastisch. De gids draagt hem af en toe, ook dat doet hij super.

Na 5 uur zijn we terug. Nat en onder de modder. Moe, maar voldaan. Blij dat we het hebben gedaan, allemaal. Onderweg zijn we ook allemaal wel even bezorgd geweest over de terugweg. Wij zijn de laatsten die daar weg gaan, dus als we vast komen te zitten moeten we ons redden. Een paar Belgen willen nog naar de kleine Tsingy. Wij niet een een Belgische man ook niet. De gids vindt het niet verantwoord. Dat zou ook betekenen dat zij de gids meekrijgen en wij ons door dat modderbad zelf moeten redden. Dat vindt niemand een goed idee. Dus allemaal terug. En het is maar goed ook. 
ONBEGAANBAAR. Door de natte klei is de auto onbestuurbaar en glijden we alle kanten op, behalve de goede.

Na 3 km moeten we stoppen, omdat iemand van het pad is geraakt. Hij staat met het voorwiel naast een betonplaat, bij een muurtje. En nu? Er wonen kennelijk toch mensen in de buurt, ook al zie je het niet. Er is al hulp. Maar met menskracht gaan ze dit niet redden. Gelukkig is het wel weer droog geworden,  maar is ook de zon gaan schijnen, waardoor het nu warm is.

Men vraagt of wij of de Belgen een sleepkabel hebben. Nee en eigenlijk is dit gek, hebben we al vaker gedacht. Net als het gemis van een lier.

Er komt en 4x4 aan die gaat helpen. Hij heeft materiaal meegenomen. Een lange kabel, een dikke ketting en een sjorband. De dikke kabel wordt aan wiel vastgemaakt, dit om te voorkomen dat, als hij wordt losgetrokken, in de diepe goot raakt. Volgens mij gaat niemand dit redden, maar weet ook dat deze mensen alles kunnen. Er wordt witzand geschept, getrokken, vanalles en na veel tijd is hij los. Ik was er al vanuit gegaan dat de auto zeker een wiel kwijt zou raken. Maar nee hoor. Knap werk en dat deels met een auto die trekt, maar ook menskracht. 
We doen erg lang over de terugweg. Degene die vast had gezeten reed achter ons aan.

We tellen de kilometers, die voorbij kruipen en iedereen, dat weten we zeker, zit rot in zijn/ haar vel. Gelukkig is de gids, die bij ons op de achterbank zit bekend en kan hij goed wijzen hoe we het beste kunnen rijden. Meerdere malen raken wij, maar ook de Belgen in de problemen. En dan moeten we door een diep gat vol water, stijl omhoog. De Belgen gaan ons voor en redden het niet. 
Proberen  en proberen. De chauffeur geeft het stuur over aan een van de Belgen en, waratje, die redt het. Nu wij. Ik zweet peentjes en Clemens ook. Een ding is gelukkig. We zijn met z’n allen. Clemens wil achteruit rijden om een goede aanloop te maken en zo snelheid te krijgen en niet al, vast te zitten voordat we bij het gat zijn. Hij geeft gas in de achteruit en we horen een knal. Wat is dit?

We mogen het niet zeggen, maar degene die daarnet van het pad af was geraakt en met veel hulp los was gekomen stond pal achter ons. Tja, dan gaat het mis. Gelukkig redden we het in een keer door het gat.  Chapeau en er volgt applaus. Een goede gewoonte hier als iemand het redt. Maar ja, dan is de lullo waar we tegenop gezeten hebben natuurlijk niet tevreden. Hij heeft een oude bak bij zich die al van alle kanten beschadigd is. Hij doet net alsof wij zijn hele auto hebben geruïneerd en wil subiet geld zien. Gelukkig kan onszelf gids tolken en maken we hem duidelijk dat dit een verzekerings kwestie is en we dit laten regelen. Hiermee is hij niet tevreden. We willen onze autoverhuurbedrijf bellen, maar er is natuurlijk geen Bereik in de bush. Dit moet bij het hotel.

De kilometers kruipen verder en we doen er lang over om ons hotel te bereiken. Het gaat goed, maar zeer moeizaam. Degene waar we tegenop gezeten hebben is plotseling in geen velden of wegen meer te bekennen.

Douchen nu we nog water is. In dit hotel is nl op gezette tijden stroom en water. Ik loop op blote voeten naar ons huisje, de schoenen kunnen niet meer aan. Clemens blijft nog even bij de auto, ik weet niet waarom.  Ik ga vast snel douchen, het heeft geen zin te wachten. Straks is er zeker geen water meer.

Dan zie ik het aangereden figuur komen. Ze gaan in overleg. Clemens komt bij me terug en zegt dat de man 1,2 miljoen wil. Niks daarvan. Verhuurder bellen. Niets betalen. Het  intact met de verhuurder verloopt zeer goed en ze lossen alles op. Het kost ons geen eigen risico. Gelukkig. 
 

We gaan eten en voor 21.00 liggen we al plat en.......het regent alweer. Blij dat we het gedaan hebben ondanks alles. We hadden het niet willen missen. Maar als we dit van te voren geweten hadden, hadden we het vast niet gedaan. Gelukkig hebben we het niet geweten.