Antsirabe

24 november 2019 - Ivato International Airport, Madagaskar

We hebben besloten het “ vd Valk hotel” te verlaten en te verkassen naar Couleur Café, wat we gisteren al hadden gezien, maar vol was. We hebben geen haast, maar zijn voor ons gevoel best op tijd aan het ontbijt. Voor 8.00 uur. We zijn kennelijk de laatsten en krijgen het gevoel dat het overschot voor.........

Als we terug zijn op de kamer, wordt er al geklopt. Komen de bagage halen. Tsjonge, jonge, jonge zeg. Wie zegt dat we meteen al weg willen.

Gisteravond hebben we besloten naar Lac Tritriva te gaan. Een kratermeer nog boven de hoogte van Antsirabe wat al op 1500 meter ligt. Maps zegt dat het 33 km is. Prima! Als we van de verharde weg afslaan is de weg dusdanig slecht,  nagenoeg onbegaanbaar. Nog meer dan 10 km op deze manier is geen doen en we besluiten terug te gaan. Clemens heeft een hele tijd terug bij een splitsing gezien dat er een andere weg was, niet door Maps aangegeven. We besluiten deze te proberen. Dat is beter, maar als er regen komt, en dat is voorspeld, zijn we de Sjaak. De ondergrond is wisselend van materiaal, maar als er klei tussen zit is er geen sturen aan. De weg is autobreed en we rijden langs een afgrondje. Het landschap, de dorpjes.. het is fantastisch. We merken dat sommige mensen bang zijn voor ons. Men maakt zich als de wiedeweerga uit de voeten als ze ons zien komen aanrijden. Komt hier nooit een blanke?

Als we boven komen is er een heuse gate en wordt er entree geheven . 5000 pp en 15000 voor de guide. We willen geen guide. Maakt niks uit, we moeten er toch voor betalen. Lachen. Voor die paar euries doen we niet moeilijk. We rijden nog verder naar boven tot we niet verder kunnen. Hier zijn we net een strooppot. Een paar bedelaars en dames die amethisten spullen verkopen. Nee, we willen niets kopen. Op een gegeven moment als ik er zat van ben vraag is of het woordje : “non” niet duidelijk is. Een jongen zegt gids te zijn en ons om het meer te willen leiden. Doe dan maar. Er staan nog twee auto’s, dus mocht het gaan regenen, zijn we niet alleen. Het meer heeft een omtrek van een km, dus dat kunnen we zelf ook wel vinden. De guide vertelt dat ie 16 jaar is, in het dorp woont en in Antsirabe naar de universiteit gaat om biologie te studeren. Op deze manier kan hij zijn studie bekostigen. Hij heeft daar een kamer, want dagelijks 20 kilometer heen en terug, is veel te ver. Ja, met deze wegomstandigheden zit daar wat in. In gebrekkig Engels vertelt hij van alles over het meer en alle geneeskrachtige planten. Het water daalt als het regent en andersom. Dat hadden we ook al gelezen, net als de meer dan 160 meter diepte van het meer.

in principe is het best warm daar boven en wij met onze Europese conditie hijgen van vermoeidheid. Het ventje vraagt me of ik moe ben. “ Ja” , zeg ik. “ Hm, goed voor je gezondheid” , krijg ik als antwoord.

Als we via een andere route terug naar Antsirabe rijden, die ook zeer mooi is, gaan we naar ons nieuwe onderkomen, na eerst nog een tijd zomaar ergens op een kruising in de stad te gaan staan kijken. 
We hebben bijna een heel woonhuis voor ons zelf. En........ de regen komt vergezeld van een forse onweersbui. We maken koffie en hebben het er over hoe het met de mensen gaat die met dit weer in hutjes in het zand zitten. De mensen die de hele dag zo’n kar hardlopend hebben getrokken vaak op blote voeten. Komen ze ‘s avonds thuis en wordt er gevraagd wat de dagopbrengst is en komen ze nat en moe in een dermate kleien hutje terug, waar ze geen ruimte hebben om rechtop te staan. En maar hopen dat je houtvuurtje het nog doet en niet al te nat is geworden, anders valt er niets te eten. We mijmeren verder over hetgeen Laurence van Entremer ons vertelde. Dat zij haar team leert vooruit te denken en niet bij de dag te leven. Als het probleem voor vandaag is opgelost, moet je er voor zorgen dat je moren niet weer hetzelfde probleem tegen komt. Er is nog een lange weg te gaan hier. Dit alles overdenkende in een voor hier zeer luxe hotel met restaurant. Toch hebben we hier geen moeite mee. We denken nog eens terug aan de voorbereidingen voor de reis. Wat waren de verwachtingen. Geen eigenlijk. Wat hebben we allemaal gedaan, waar zijn we geweest. Sommige dingen lijken heel lang geleden.

Als we zitten te eten, valt de stroom uit. Kennelijk is dit vaker zo, want het personeel is verrassend snel met het uitdelen van kaarsjes. Lekker romantisch, eten bij kaarslicht. We vragen ons af hoe dit dan nu in de keuken gaat. Na veel tijd gaat de generator aan, maar dan zij we al met het kaarsje terug naar de kamer gelopen. 
Voor het eten hebben we even in een zitje gezeten met een moquito en wat gelezen. Het blijkt dat de zebu het symbool is voor Madagascar en het hoofd van het dier in het watermerk van ieder geldbiljet zit. Controle. Klopt. Dus wil ik morgen een goede foto van een zebu.

We hebben tv op de kamer. We checken wat er nu eigenlijk op is en dat valt heel erg mee. Een film, een soort YouTube filmpjes van rappers en een docu.

Morgen onze laatste rit terug naar Antananarivo, en dan zit onze reis door Madagascar er op.

Foto’s